Voorlopers van het moderne stripverhaal ontdekt
Getekend en geschreven door Christiaan Biben in Amsterdam en Hellendoorn
0Zaterdag 14 januari 2023 werd in d'Oale Pastorie te Nijverdal een Reggesproake Extra gepresenteerd, getiteld Schetsboek voor Adriaan, ingeleid en toegelicht door Dinand Webbink. Het eerste exemplaar wordt door Frits Korver (Historische Kring Hellendoorn-Nijverdal) overhandigd aan Marianne Nijmeijer van de stichting Oald Heldern De Noaberschop.
In de collectie van de Hellendoornse erfgoedorganisatie Oald Heldern De Noaberschop bevindt zich een negentiende-eeuws schriftje met tekeningen van de Amsterdamse assuradeur Christiaan Biben, getiteld Schetsboek voor Adriaan. Behalve losse taferelen, bijvoorbeeld van een realistisch strijdtoneel uit de Slag aan de Alma op de Krim, bevat het tekenschriftje vier beeldverhaaltjes. Bij de eerste twee zijn de bijschriften op een aparte pagina genoteerd, bij de laatste twee staan de tekstjes onder de afbeeldingen. De Nederlandse vertaling van Rodolphe Töpffers Histoire de M. Cryptogame door J.J.A. Goeverneur onder de titel Meester Prikkebeen uit 1858 wordt wel het eerste moderne stripverhaal van vaderlandse bodem genoemd. Aangezien de verhaaltjes van Biben uit 1855 dateren, hebben we dus te maken met voorlopers van het moderne beeldverhaal.
Christiaan Biben werd geboren in 1801 in de Warmoesstraat in Amsterdam en bewoonde ten tijde van het maken van zijn strips een fraai grachtenpand aan de Singel. Net als zijn vader en broer had hij belangen in verschillende schepen en had hij er drie in eigendom. Hij was lid van de afdeling tekenkunde van Felix Meritis.
Zijn nichtje Elize Ninaber-Biben, de dochter van zijn overleden broer, was getrouwd met de Deventer huisarts Joan Derk Ninaber. Toen Joan Derk nog voor de geboorte van zijn tweede kind plotseling overleed, ging de weduwe met zoon en dochter in Hellendoorn wonen op het speciaal voor haar door familie gebouwde huize De Voordam.
Oom Chris trok zich het lot van het gezin bijzonder aan en voelde zich verantwoordelijk voor de opleiding van het zoontje, Adriaan Ninaber. Toen Adriaan de lagere school had doorlopen ging hij als elfjarige in 1858 bij zijn oudoom aan de Singel wonen. Aan het Athenaeum Illustre rondde hij in 1872 zijn juridische opleiding af. Adriaan werd in 1873 burgemeester in Wanneperveen om twee jaar later in diezelfde functie benoemd te worden te Hellendoorn. Hij stierf in het harnas in 1896, slechts 48 jaar oud.
De hoofdstedelijke assuradeur bezocht De Voordam regelmatig en het lijkt erop dat hij een deel van de tekeningen daar maakte. In het Schetsboek voor Adriaan beeldde hij het leven uit van een luie en van een vlijtige jongen, een bekend thema. In de vierde strip, Hoe de jongen eens worden zal, tekent hij de fictieve levensloop van Adriaan als militair, die mooie onderscheidingen krijgt, maar uiteindelijk een been, oog en arm verliest. De langste strip, De jongen is ziek, is historisch gezien het belangrijkst. Te zien is hoe de zieke Adriaan vertroeteld wordt door zijn moeder, grootmoeder en tante. De Lochemse dokter Rive behandelt hem en hij wordt overladen met cadeaus door zijn oom Willem, de latere consul-generaal van Portugal.
Dinand Webbink deed uitgebreid onderzoek naar de achtergronden van het tekenschriftje. Zijn bevindingen zijn met een complete reproductie van het Schetsboek voor Adriaan gepubliceerd in een speciaal nummer van het lokale historische tijdschrift Reggesproake.
Schetsboek voor Adriaan: vier bijzondere, negentiende-eeuwse beeldverhalen van Christiaan Biben; ingeleid en toegelicht door Dinand Webbink.
Reggesproake extra nummer (jan. 2023) 44 p.
Verkrijgbaar in de boekhandel € 5,--.
0 Reacties