Vogels in de tuin
Columns 4 juni 2013 0Wat zijn we blij, als het voorjaar zich aankondigt en de mezen en vinken en tjiftjafs en merels en winterkoninkjes en roodborstjes hun welluidende gezang weer laten horen. Als we het geluk hebben zo’n aantrekkelijk erf te hebben dat de zanglijster zich er ook thuis voelt, is het helemaal feest.
Prachtig, die drie keer herhaalde akkoorden. Zo melodieus dat andere vogels zich maar bedeesd stil houden. Al vroeg in de ochtend kunnen we genieten van al het gekwinkeleer. De mannen doen hun best een mooi vrouwtje voor zich te winnen, bouwen nesten en dan wordt het even wat rustiger: er zijn serieuzere zaken te regelen, zoals broeden en voeden.
Maar dan, na een paar weken, begint het Grote Uitvliegen. Daarmee verandert die prachtige vogelzang in eindeloos vervelend gezanik. Vanaf dat moment dreigt er immers overal gevaar. Sperwers. Kraaien. Ooievaars. Eksters. Gevederde vrienden die het allemaal hebben voorzien op de jongen van de tuinvogels. Dan begint het. De vink kan het uren volhouden: fuwiet? fuwiet? De merels doen niet anders dan ‘kekkekkekkekkekkekkekkek’. Winterkoninkjes en roodborstjes schetteren al net zo eentonig mee. Gek word je ervan! ’s Ochtends vroeg, het is net licht, je werd even wakker voor een ochtendplas en slaagt er niet meer in in slaap te vallen, omdat die fluitketels zich niet stil kunnen houden! Er is bij ons al van alles uit het slaapkamerraam gekegeld, veel helpen doet het echter niet. Ze gaan gewoon op een andere tak zitten schetteren.
Niet geheel onterecht, bleek vanmorgen. Ik hoorde een verontrustend gestommel op het dak en vervolgens iets wat holderdebolder naar beneden kwam. Een kat? Onze eigen Spookje! Ik ging voor de zekerheid toch maar even kijken, beneden. Het was ijzig koud, maar ja, het was tenslotte ook pas eind juni. De kat zat niet eens beduusd op het terras om zich heen te kijken. Helemaal heel. Ik liet haar maar binnen. En kon toen nog een paar uurtjes rustig slapen.
0 Reacties