Over bekende en bijzondere mensen. Spraakmakende en ontroerende verhalen van onze "naobers".
Tegenwoordig reizen we met gemak de hele wereld over, maar als vroeger een Achterhoeks meisje, een deerntje, te kennen gaf dat ze ‘in de stad’ in betrekking wilde, was de naaste familie weken, wat zeg ik, maanden van tralat.
Miriam Lancewood groeide op in Nieuw-Wehl en in Assen. Nu woont ze met haar partner in de wildernis van Nieuw- Zeeland. Leven in en van de natuur. Ze schreef er een boek over. Een bestseller!
Heel vroeger hadden wij zelf geen krant. Mijn ouders wilden er best een, maar er waren geen bezorgers te vinden die naar de Beuseberg bij Holten wilden fietsen. Te ver weg.
Ik vind de lente iets magisch hebben. Alles wat dood leek krijgt nieuw leven ingeblazen. Alles popt op, alles stroomt, alles wuift en alles geurt. Bijna gretig drukken de voorjaarsbloemen hun kopjes uit de kleigrond
In mijn jeugd gingen we een paar keer per jaar naar mijn opa en oma in Bergen op Zoom. Mijn moeder kiende het zo uit dat we één keer in de aspergetijd gingen; dan kregen we asperges mee die oma in een natte theedoek wikkelde.
‘Zoolt’ is het streektaalwoord voor zout. Zout is ook het eerste betaalmiddel in de geschiedenis, omdat het iets kostbaars was. Mensen konden er hun levensmiddelen in bewaren. De Romeinse soldaten werden in zout uitbetaald.
Nee, ik zal niet zeggen dat ‘mijn machtige hand’ het ganse raderwerk van de Duitse economie in het begin van de jaren zestig heeft stilgezet, maar voor een kleine hapering heb ik wel gezorgd.
Met ingehouden optimisme vertelt Clemens Cornielje, de Commissaris van de Koning in Gelderland, in het lentenummer van Naober over het verloop van zijn strijd tegen longkanker dankzij een nieuw geneesmiddel.
Het is ijzig koud, maar de zon schijnt. Daar sta ik dan met het eerstgeboren lam van het seizoen in mijn armen bij de schaapskooi in Epe-Heerde, op de heide. Ik kom hier graag, alleen en met de kinderen.